LENGTE – DOELEN
Begrippen met betrekking tot lengte herkennen en kunnen gebruiken
- Lang, langer, langst(e) en kort, korter, kortst(e)
- Groot, groter, grootst(e) en klein, kleiner, kleinst(e)
- Dik, dikker, dikst(e) en dun, dunner, dunst(e)
- Hoog, hoger, hoogst(e) en laag, lager, laagst(e)
- Breed, breder en smal, smaller
Tegenstellingen herkennen en gebruiken: grootste-kleinste, langste-kortste, hoogste-laagste
Het juiste voorwerp aanwijzen bij begrippen als grote-kleine, lange- korte, dikke-dunne, hoge-lage
De juiste afbeelding aanwijzen bij begrippen als grote-kleine, lange- korte, dikke-dunne, hoge-lage
Binnen een context aanwijzen wat bedoeld wordt met groot-groter-grootst, klein-kleiner-kleinst, lang-langer-langst, kort-korter-kortst, hoog-hoger-hoogst
Groei rups, groei!
Groot en klein
De dikke en de dunne
Hoger en lager
Welterusten... kleine beer
Lange en korte haren
Hoe groot ben jij?
Russische poppetjes
Wie maakt de hoogste toren?
Samen op de foto
Door dik en dun
Hoe lang ben jij?
Wie heeft het langste / kortste stuk?
Lengte en breedte
Lengte, breedte en dikte
Welke veter is het langst?
Wie de schoen past...
Hoe groot is jouw voet?
Begrippen lengte, breedte, hoogte, diepte, dikte en omtrek in de juiste context gebruiken
De grootte van de foto
De foto in de lengte of in de breedte?
Juf Marja gaat trouwen
Lengte en breedte
De riem is lang en breed
Lengte, breedte en dikte
Per meter
De hoogte in
Is die stoel hoger of lager dan een meter?
Hoogspringen
Verboden te duiken
Diepte meten
Mag het 10 centimeter langer zijn?
Mijn broek is te lang
Het schilderij-lijstje
Objecten op het oog kunnen vergelijken en ordenen
Twee lengtes (met een groot verschil) op het oog vergelijken
Objecten via direct meten (naast elkaar houden, op elkaar leggen) kunnen vergelijken en ordenen
Twee lengtes naast elkaar leggen om te vergelijken
Twee lengtes op de juiste manier naast elkaar leggen om te vergelijken
Binnen een context (zoals een toren bouwen of iets tekenen) iets groter-kleiner, langer-korter, hoger-lager maken
Lengtes ordenen (op volgorde leggen) via vergelijken
Groot en klein
Welterusten... kleine beer
Groei rups, groei!
Lange en korte haren
De dikke en de dunne
Hoe groot ben jij?
Russische poppetjes
Wie maakt de hoogste toren?
Samen op de foto
Hoger en lager
Welke veter is het langst?
Wie de schoen past...
Hoe groot is jouw voet?
Hoe lang ben jij?
Wie heeft het langste / kortste stuk?
Door dik en dun
Objecten kunnen vergelijken en ordenen met een natuurlijke maat (voet, schoen, touwtje, strook, etc)
Het resultaat via tellen vaststellen.
Meten van een lengte met de stap of de voet op de juiste manier (afpassend, met een tussenmaat)
Lengtes vergelijken met behulp van een touw of een strook
Afpassend meten met een natuurlijke maateenheid als voet, schoen en een strook en de uitkomst bepalen
Welterusten... kleine beer
De dikke en de dunne
Groei rups, groei!
Wie maakt de hoogste toren?
Meten met voeten
Wie is de langste?
Langer of korter?
Hoe dichtbij gooi jij? (1)
Hoe dichtbij gooi jij? (2)
De slingers ophangen
Een A4-tje is vier ansichtkaarten groot
Hokken voor olifanten
Hoe groot is het lokaal? (1)
Hoe groot is het lokaal? (2)
Lengtes vergelijken op basis van meetgetallen
Meetresultaten (al dan niet genoteerd)
Kunnen meten van de lengte door gebruik te maken van een liniaal, duimstok, rolmaat of centimeter.
- Aandacht voor de meettechniek:
- Weten waar je begint,
- Begrijpen dat het eerste stukje op de liniaal niet meetelt,
- Een oplossing bedenken als de liniaal te kort is: streepje zetten en afpassen (zie ook volgende hoofddoel).
- Weten dat eerlijk meten (één maat gebruiken) een voorwaarde is voor vergelijken, ordenen en meten
- Weten welk van deze instrumenten je wanneer gebruikt (star versus flexibel).
Verschillende meetinstrumenten gebruiken (duimstok, rolmaat, liniaal, meetlint)
Kunnen meten in meters
- Uitvoeren, aflezen en noteren
- Afpassend meten aan de hand van de standaardmaat meter en de uitkomst noteren in aantallen meters
- Een meetlint (tot 100 centimeter) en een liniaal gebruiken
- Lengte opmeten en benoemen m.b.v. standaardmaten (meters en/of centimeters)
De slingers ophangen
Een A4-tje is vier ansichtkaarten groot
Meten met een meterlat - 1
Meten met een meterlat - 2
De vijfmeterstrook - 1
De vijfmeterstrook - 2
Wat is een centimeter?
Meten met je meetlint - Ronde dingen
Felicitatiekaart maken
De grootte van de foto
Een A4'tje is 30 centimeter lang
Hoe lang is dit potlood?
Op grote voet
Een riem om je taille
Lichaamslengte
Per meter
Lichaamslengte in een grafiek
Hoogspringen
Verboden te duiken
Diepte meten
Een meter blazen
Kunnen meten in centimeters
- Uitvoeren, aflezen en noteren
- Lengte opmeten en benoemen m.b.v. standaardmaten (meters en/of centimeters)
Felicitatiekaart maken
De grootte van de foto
Een A4'tje is 30 centimeter lang
Hoe lang is dit potlood?
Op grote voet
Teken een lijn van 23 centimeter
Een riem om je taille
Lichaamslengte
Per meter
Is die stoel hoger of lager dan een meter?
Lichaamslengte in een grafiek
Hoogspringen
Verboden te duiken
Diepte meten
Mag het 10 centimeter langer zijn?
Het schilderij-lijstje
Veters
Centimetertafel
Kunnen meten in decimeters
- Uitvoeren, aflezen en noteren
Kunnen meten in millimeters
- Uitvoeren, aflezen en noteren
- Lengte opmeten en benoemen m.b.v. de millimeter
In het geval van de hoogte van een (hoog) raam met behulp van een duimstok
- Herhaald afpassen met één voorwerp
- Meettechniek: je past een aantal keren af, met bijvoorbeeld je handspan. Als het meetlint te kort is, kan de leerling een aantal keren het meetlint nemen.
Meter
- De begrippen meter (m) en centimeter (cm) en in de juiste context gebruiken
- Aangeven hoe groot een centimeter en een meter ongeveer is
- Referenties van de meter en de centimeter (een grote stap, hoogte van een kamer, dikte van vinger, etc.)
Centimeter
- De begrippen meter (m) en centimeter (cm) en in de juiste context gebruiken
- Aangeven hoe groot een centimeter en een meter ongeveer is
- Referenties van de meter en de centimeter (een grote stap, hoogte van een kamer, dikte van vinger, etc.)
Kilometer
- De standaardmaat kilometer (km) en in de juiste context gebruiken
- Referenties van de kilometer (van hier tot aan …, duizend stappen, etc.)
Millimeter
- Referenties van de millimeter (hagelslagkorrel, dikte van nagel, etc.)
- Standaardmaat millimeter (mm) en in de juiste context gebruiken
Referentiematen met betrekking tot lengte kennen
- een hele grote stap ≈ een meter
- de hoogte van een deur is ruim twee meter
- een verdieping van een huis ≈ 3 m
- de lengte van een gemiddelde man ≈ 1 meter 85
- hoe lang is een bed ongeveer?
Een passende maateenheid kiezen
- Gebruik de maten die de kinderen gehad hebben (zie doel 5)
Kennis van referentiematen lengte gebruiken
- Mijn bed is ongeveer twee meter lang, dus dan is mijn kamer ongeveer … m lang.
Voorstelbaar kunnen maken van afstanden, lengtematen
- Het wereldrecord verspringen staat op 8,95 m. Hoe ver is dat ongeveer?
- Een bruinvis kan wel 30 m zijn. Hoe lang is dat ongeveer?
- Referentiematen gebruiken. Vergelijken met bijv. de lengte van het klaslokaal. Zo mogelijk uitbeelden, en je verwonderen over de gigantische afmetingen bij bijvoorbeeld dieren.
m → cm
- Verband leggen met leerlijn getalbegrip en kommagetallen
- Maateenheden omrekenen hoeft niet.
km → m
- Verband leggen met leerlijn getalbegrip
- Maateenheden omrekenen hoeft niet.
cm → mm
m → dm
- Verband leggen met leerlijn getalbegrip
- Maateenheden omrekenen hoeft niet.
Lengte: van de meest gangbare lengtematen
- km → m
- m → cm
Op een kaart met een schaallijn afpassen hoe ver het is van de ene plaats naar de andere plaats.
- Misschien 1 hokje = 1 kilometer
- Voorwaarde: Een plattegrond interpreteren
- Voorwaarde: Betekenis geven aan een plattegrond
Hoe lang en hoe breed in het echt?
- Hele eenvoudige contexten.
- Ook aandacht voor taalgebruik: 1 cm is in werkelijkheid 100 cm (of 1 meter).
- Ook hier rekening houden met de leerlijnen vermenigvuldigen en verhoudingen. Rol van de rekenmachine meenemen.